NS-´huissloper Nico Koek, "modern materieel is moeilijker klein te krijgen"

Koppeling, nr 892, 4 maart 1983
(van onzer verslaggevers)


Mijdrecht, vrijdag.
Een mager, waterig zonnetje doet vergeefse pogingen om het aanzien van deze troosteloze winterdag wat op te vrolijken. Achter m´n rug doet snijmes van de Akermankraan z´n allesvernietigende werk. Nog even en niets herinnert meer aan het eens zo fraaie rijtuig plan N, waarmee menig treinklant een zonnige vakantiebestemming ver huis en haard tegemoet reisde.

Het rijtuig, nog niet eens zo erg oud, verloor enkele jaren geleden z´n internationale taak. ´t Mocht nog een poosje meedoen als zitrijtuig, maar ook dat duurde niet zo lang. En nu, na amper 25 jaar trouwe dienst, keert het na de vernietigende handen van NS-´huissloper´ Koek in Mijdrecht, terug tot de basis van alles wat vergankelijk is: stof.

Halve eeuw
BV Aannemingsbedrijf- en slopersbedrijf Gebr. Koek. Zo heeft het al zo´n halve eeuw oude bedrijf voluit. Sedert het begin van de jaren vijftig is het gevestigd op het emplacement van station Mijdrecht, aan de Haarlemmermeerlijn. Vanaf 1969 houdt de firma Koek kantoor in het voormalige station. Waar eens de treinleiders zetelde drinken nu de slopers hun bakkie koffie en eten ze hun broodje. In de oude wachtkamer is nu het kantoor van Nico Koek (40), de huidige direkteur van het 14 man personeel tellende bedrijf.
Koek, klein van stuk, gemoedelijk pratend en eigenlijk helemaal niet beantwoordend aan de voorstelling die je doorgaans hebt van een sloper, nam in 1976 de leiding van het bedrijf over. Hij werkte er, als sloper, toen overigens al zo´n jaar of twaalf. "Voor ik in militaire dienst ging ben ik in Uithoorn nog een tijdje bankemployé geweest. M´n moeder zag mij niet zo graag in het bedrijf. Zelf had ik er wel aardigheid in, achter de balie zag ik het veel minder zitten. Vandaar dat ik na m´n diensttijd de overall heb aangetrokken en bij m´n vader aan het werk gegaan ben. Ik heb daar nooit spijt van gehad", aldus Koek. Hij is de enige van het geslacht Koek die nog in de zaak zit.

Vijf broers
Het bedrijf is destijds door vijf broers opgezet. "In 1962 is het bedrijf in een aantal zelfstandige onderdelen opgesplitst. Mijn vader is toen doorgegaan met het slopersbedrijf", vertelt Koek, "hij overleed in 1976. Of er na mij nog een Koek in de firma zal zitten? Dat weet je natuurlijk nooit. Ik heb twee zoons maar die hebben niet erg veel interesse, al kan dat heel wel nog veranderen. M´n jongste, een meisje, heeft wel belangstelling! En je weet natuurlijk ook niet of het bedrijf dan nog bestaat. Ook voor ons zit er behoorlijk de klad in. Een schrootprijs van maar even meer dan een dubbeltje is geen vetpot. Bovendien zitten ze bij de Hoogovens op dit moment ook niet te schreeuwen om oud ijzer. En het moderne materieel dat nu langzaam maar zeker deze kant op komt, ach daar zit voor een sloper niet zo vreselijk veel handel meer in. De rijtuigen plan K en N die nu hier aan hun eind komen bewijzen dat. Veel kunststof en een hoop hout. Maar daar wordt je niet vet van".

Stoom
De spoorwegaktiviteiten van de firma dateren van het begin van de jaren vijftig, ongeveer zolang als ze in Mijdrecht zitten. Het verdwijnen van de stoom speelde daarbij een rol, want dat leverde veel schroot op. Dat is toen langzaam maar zeker het ´huissloperschap´ uit gegroeid. Je ziet hier eigenlijk de hele ontwikkeling in het spoorwegmaterieel voorbij trekken", zegt Koek. "De tijd van het koper raakt bijvoorbeeld nu een beetje over. Je kot het niet veel meer tegen. We zitten nu duidelijk in de periode van hout en kunststof. Dat maakt het slopen er niet makkelijker op, een modern rijtuig is moeilijk klein te krijgen. En nu we hier een beetje omgeven raken door bebouwing wordt uitbranden, dat dan eigenlijk noodzakelijk is, ook steeds moeilijker. Je moet soms dagen wachten, voor je zo´n bak aan kunt steken. En hout en kunststof er in laten zitten kan ook niet, want dan wordt de schroot waardeloos.".

Hergebruik
Overigens, als een bak bij Koek aankomt, is er al enig sloopwerk verricht. Dat gebeurt in de voormalige wagenwerkplaats Roosendaal. Daar wordt het voor Koek bestemde materieel ontdaan van alles wat nog maar enigszins bruikbaar is. Ook de sloper zelf levert nog weer spullen aan NS terug. Onder meer draaistelonderdelen en buffers. Die gaan per trein naar de Hoofdwerkplaats Haarlem. Eenmaal op het terrein en opgenomen in het sloopschema gaan de ruiten eruit - Koek: " voor die veiligheidsglaskorrels is er nog geen mogelijkheid voor terugwinning. Die gaan bij het afval" - en de brand erin. Alles wat niet van metaal is wordt zo afdoende en met weinig menselijke inspanning opgeruimd. En dan komen snijbrander en vooral snijmes er aan te pas.
Dat snijmes is een produkt van eigen bodem. Koek: "We hebben hier een heel vindingrijke monteur. Die heeft op Akermanskraan een mes van een stuk geslepen ijzer gemonteerd, waarmee we de bakken in mootjes hakken. Hij is nu ook met de ontwikkeling van een kraan op een onderstel van een NS-500-tje bezig. De rupsaandrijving zorgt dan voor de overbrenging van de voortbeweging". Een kranomotief dus eigenlijk... De uitgesneden mootjes gaan naar een knipperij in Uithoorn, en komen dan als schroot terug. En dan is er weer een trein die voor de afvoer naar de Hoogovens zorgt. Elke bak levert zo´n 16 ton zwaar ijzer op en 18 ton knipgoed. Een viertje mat. ´46, dat nu regelmatig te zien is onderweg naar Mijdrecht, is in twee weken ´opgeruimd´.
Koek: "Vroeger hadden we daar gauw vier weken voor nodig. Maar door zwaarder gereedschappen en een andere werkwijze gaat dat nu sneller".

Liefhebbers
Een hoofdstuk apart in het bestaan van Koek vormen de treinliefhebbers, al is hij niet bereid er erg veel over te zeggen. "Je ziet ze hier regelmatig, maar ik zit er niet op te wachten. Ik verkoop wel eens wat aan ze, maar het is bepaald geen grootscheepse handel. Een paar jaar geleden had je in Amsterdam een zaak die tweedehands spul verkocht. Klaptafels, spiegels, bordjes en dat soort dingen. Die kwam hier vaak spullen halen. Maar ik geloof niet dat die er nog is, ik hoor d´r nooit meer wat van. Of ik zelf spullen bewaar? Ja. Maar dat is van de laatste tijd.
Ik heb met veel moeite nog een loknummerplaat op de kop kunnen tikken. Maar het mooiste is doorgaans al uit materieel verdwenen voor het hier komt. Dat staat dan al bij ander op zolder.
Buiten trekken de laatste stofwolken op van de plan-Nico. Een hoop wielen links herinnert aan de eloks serie 1000. Helemaal vooraan staat een rijtje karkassen van gesloten goederenwagens. Nee, zelfs al was de zon er wel in geslaagd om door te breken, dan zou hij de trieste sfeer van dit treinkerkhof toch niet hebben kunnen opvrolijken.